Net als andere ziekenhuizen had het Martini Ziekenhuis al geruime tijd aandacht voor veilige zorg. Zo konden alle medewerkers zich inschrijven voor de interne training ‘Omgaan met agressie’ van de Martini Academie. Maar in de praktijk werd er te weinig gebruik van gemaakt. Martini Academie en Martini Arbo dachten na en kwamen met de toolbox Omgaan met agressie tot een andere aanpak.

Agressie-incidenten

Gea de Haan kwam twee jaar geleden als arbeidshygiënist bij de arbo-afdeling van het Martini Ziekenhuis. Haar taak is zorgen voor veilige en gezonde werkplekken. Ze kon meteen meedenken over het probleem: hoe kan het dat er wel allerlei agressie-incidenten zijn, maar dat zo weinig medewerkers de training volgen? Het aantal incidenten waarbij bedrijfsbeveiligers waren ingeschakeld, was veel hoger dan het aantal officiële meldingen van incidenten die de arbo binnenkreeg. Bepaalde incidenten werden dus kennelijk niet gemeld. Uit het medewerkersonderzoek van 2016 bleek dat 35% van de medewerkers te maken heeft met agressie of bedreiging. En uit de externe kwaliteitsaudit kwam naar voren dat nieuwe medewerkers te weinig wisten over de aanpak van agressie. Er zou dus meer vraag moeten zijn naar de training. Gea en haar arbo-collega’s deden navraag waarom dat niet gebeurde: de trainingsvorm sloot niet aan bij de doelgroep.

Discussie

Er moest dus iets anders komen. Martini Arbo en Martini Academie gingen met unithoofden en met de afdeling communicatie aan de slag om een andere vorm te ontwikkelen. Niet het zoveelste zakkaartje. Het moest iets tastbaars zijn wat de discussie op gang zou brengen op afdelingen, zonder dat het veel tijd kost. Zo ontstond de toolbox Omgaan met agressie: een echte gereedschapskist met folders en materialen. De Haan: ‘Afdelingen lenen de toolbox voor maximaal twee weken. Die komt in de koffiekamer, met ondersteunende posters. De inhoud van de toolbox is verdeeld in vijf thema’s en per dag wordt er een thema besproken. Dat gebeurt bijvoorbeeld in het koffiekwartier of als onderdeel van een gewoon overleg. Niet iedereen hoeft bij elke bespreking te zijn; dat lukt ook niet.’ De toolbox werd in het najaar van 2018 gepresenteerd aan de hoofden van afdelingen met patiëntencontact. Zij moeten immers zorgen voor goede bespreking op hun afdeling. Inmiddels hebben zo’n tien afdelingen de toolbox gebruikt.

Groepsaanpak

‘Het is een drietrapsraket’, zegt De Haan. ‘Voordat de afdeling de toolbox leent, is het fijn als iedere medewerker individueel de e-learningmodule doet over agressie. Dat kost een half uur en dan denken ze er vast over na. Dan één of twee weken de vijf thema’s van de toolbox. Als er dan actiepunten volgen, kan Martini Academie daarvoor een training op maat ontwikkelen, eventueel met acteurs. Het belangrijkste in dit geheel is de groepsaanpak: samen bespreken wat je als agressie ziet en wat niet.’ De eerste reacties van de afdelingen zijn positief. De Haan: ‘Ze vinden de toolbox prima bruikbaar.’


De vijf thema’s van de toolbox;

  • Thema 1: herkennen van drie soorten agressie en de passende benadering bij elk van die soorten. Is iemand gewoon boos of is iemand in de war en agressief als gevolg van de narcose? Doel is dat medewerkers van de afdeling met elkaar duidelijkheid krijgen over de vraag: wat verstaan wij onder agressie?
  • Thema 2: veiligheid op de afdeling. Medewerkers lopen een checklist na: in hoeverre is de spreekkamer of balie veilig ingericht? In hoeverre voelen medewerkers in de nachtdienst zich veilig? Hebben we met een bepaalde groep patiënten te maken waardoor we ons minder veilig voelen? Wat kunnen we dan doen om de veiligheid te vergroten?
  • Thema 3: procedure. Wat doe je zelf in een situatie waarin je met agressie te maken hebt? Wanneer en hoe schakel je hulp in?
  • Thema 4: opvang na een incident. Schakel je een vertrouwenspersoon in? Is melding bij de politie nog nodig?
  • Thema 5: samenvatting en eventueel vervolg. Zijn de afspraken helder? Is er nog aanvullende informatie of training nodig?