Er is in Nederland sprake van geheimhouding in de zorg. Artsen en ander zorgpersoneel moeten rekening houden met het beroepsgeheim. Dit beroepsgeheim beschermt de patiënt en de maatschappij en draagt bij aan het gelijke recht op gezondheidszorg. De zwijgplicht kan het doen van aangifte na een incident van agressie of geweld echter bemoeilijken. Door het beroepsgeheim mag de (medische) informatie van de patiënt die hij aan u verstrekt, niet zonder toestemming met derden wordt gedeeld. Doet u aangifte, dan moet die geheimhouding vaak deels doorbroken worden. Het beroepsgeheim vormt daardoor een obstakel bij een goede samenwerking tussen het OM, de politie en de ziekenhuisbranche.
Aangifte doen na agressie is echter belangrijk. De handreiking beroepsgeheim biedt daarom handvatten voor een goede samenwerking, op basis van een zorgvuldige toepassing van het beroepsgeheim.
Geheimhouding in de zorg en aangifte doen
Personen met een beroepsgeheim zijn niet verplicht om aangifte te doen van strafbare feiten. Aangifte doen na agressie is, vanwege preventie en protectie, wel vaak wenselijk. U heeft daarom wel het recht om aangifte te doen, ook als u daarbij het beroepsgeheim in enige mate moet doorbreken. Volgens het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg dient u daarbij twee uitgangspunten in acht te nemen:
- Het beroepsgeheim dient zo min mogelijk geschonden te worden.
- De aangifte moet voor de opsporingsautoriteiten voldoende informatie bevatten om vervolgstappen te kunnen zetten.
Aangifte doen vraagt om een zorgvuldige belangenafweging van het beroepsgeheim. De handreiking beroepsgeheim helpt u daarbij.