Iedereen die met cytostatica werkt, moet zorgvuldig handelen. Cytostatica kunnen namelijk schadelijk voor de gezondheid zijn en vallen dus onder de gevaarlijke stoffen. Besmetting met cytostatica verloopt vooral door contact via de huid. Daarom zijn beschermingsmaatregelen zoals het dragen van handschoenen nodig. De vraag is of medewerkers van de huishoudelijke dienst en zorgondersteuners in ziekenhuizen ook handschoenen moeten dragen. Worden zij via serviesgoed blootgesteld aan cytostatica? Om dat te onderzoeken is de werkgroep cytostatica met subsidie van de StAZ en KUMC in december 2020 begonnen met het uitvoeren van veegproeven.
Is er besmettingsgevaar via serviesgoed?
Om vast te kunnen stellen of het serviesgoed dat gebruikt wordt op de dagbehandeling en/of verpleegafdeling besmet is met cytostatica, voeren we veegproeven uit. Dit is een heel eenvoudig onderzoek. We meten namelijk of het oppervlak besmet is door het serviesgoed met een velletje filterpapier af te vegen. We nemen monsters van de steel van lepels, vorken en messen en het oor en de rand van bekers, koffiemokken en theeglazen. Per oppervlak nemen we 10 veegmonsters af. De veegproeven analyseren we vervolgens op vijf cytostatica: Cyclofosfamide, Platina, Ifosfamide, Gemcitabine en Methotrexaat.
Resultaten veegproef tweede kwartaal bekend
Percival Stubbs, voorzitter van de landelijke werkgroep cytostatica, voert de veegproeven uit. Er wordt voor dit onderzoek uitgegaan van een toetswaarde van 0,74 µg cytostatica op de handen per week. Als uit onderzoek blijkt dat de blootstelling via serviesgoed ruim onder deze toetswaarde ligt, dan is het besmettingsgevaar dus erg klein. Dat betekent dat medewerkers van de huishoudelijke dienst en zorgondersteuners geen handschoenen hoeven te dragen als zij in aanraking komen met het servies. De voorzorgsmaatregel komt dan waarschijnlijk te vervallen.
Of dat zo is, moeten we nog even afwachten. Naar verwachting zullen de metingen in het tweede kwartaal van 2021 afgerond zijn.